Scheiden

Krakend zijgt de bank ineen
‘k Hanteer begaafd de cirkelzaag
“Wie welke helft?” is nog de vraag
Klief eerst maar door de stoelen heen
‘k Hield van jou, een jaar of twee
‘k Vergaf je ontrouw en geklaag
en trapte in je hinderlaag
Maar doe nu niet meer langer mee
De boedelscheiding trof mij diep
Je hebt er niet aan meebetaald
Hebt niets gegeven, slechts gehaald
Gaf wel aan and’ren, in’t geniep
Straks rijd je voor met imp’riaal
Om jouw helft grijnzend in te pakken
Nog snel die kast in mootjes hakken
Dan mag je’t hebben, allemaal
Drs. P.

This entry was posted in Gedichtjes. Bookmark the permalink.